Op zondag 26 maart deed ds. Jake Schimmel als nieuwe wijkpredikant intrede in de protestantse Schenkelkerk in Cepelle a/d IJssel. De redactie van de protestantse kerk (bron) in Capelle interviewde hem.
Kun je iets over jezelf vertellen?
Ik ben opgegroeid in Renswoude, bij Veenendaal, en ik heb theologie gestudeerd in Kampen. Daarna ben ik predikant geworden in Noordoost-Groningen: in de dorpjes Spijk en Losdorp. En nu ben ik sinds 26 maart predikant van de wijkgemeente Schenkel in Capelle!
Ik heb een lieve vriendin, zij heet Jacolien. We hebben elkaar afgelopen zomer leren kennen op een groepsreis naar Macedonië. Jacolien woont in Ede, en werkt bij stichting Timon. Ik houd van de natuur, en wandel en fiets graag. Verder geniet ik van films, Lego en games. En muziek! Ik speel gitaar, voornamelijk akkoorden.
Waarom een theologiestudie (is Kampen bewust gekozen) en was dat verlangen er vroeger al?
Ik kon toen ik aan de studie begon nog niet goed overzien wat het predikantschap inhield. Daar heb ik in de loop van mijn studie steeds meer een beeld van gekregen. Het belangrijkste voor mij was dat ik iets met mijn geloof wilde doen. Ik was als tiener al op een serieuze manier met geloof bezig. Van mijn zus kreeg ik het boek ‘Onversneden Christendom’van C.S. Lewis, dat mij erg heeft geholpen om beter te begrijpen wie God is, en wat het betekent om christen te zijn.
Het zaadje om theologie te gaan studeren is geplant door een predikant die de begrafenis leidde van mijn overgrootmoeder. Toen we even in gesprek waren vroeg hij aan mij: ‘Is theologie niets voor jou?’ Ik vroeg hem: ‘Wat is dat, theologie?’ Hij zei: ‘Daarmee kan je dominee worden.’ ‘Kun je dat worden dan?’, vroeg ik aan hem.
Ik heb gekozen voor Kampen omdat het een fijne plek was om te studeren. Het was een kleine universiteit, met een warme sfeer. Ik heb het daar erg naar mijn zin gehad.
Wat maakt het predikantenwerk mooi en wat maakt een preek een goede preek?
Wat ik het mooist vind aan het werk van predikant is dat ik soms zo geraakt kan worden door de ontmoetingen met mensen, en te zien en horen wat God in mensen doet. In een gesprekskring die ik leidde in mijn vorige gemeente vertelde een vrouw over wat haar meester voor haar geloof had betekend. Ze wist nog dat ze op de basisschool zat, en dat haar meester zei: ‘Want zo lief had God de wereld, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’ Ze vertelde dat ze die woorden nog elke dag met zich mee droeg.
Een ander mooi moment was tijdens een Alphacursus die ik heb geleid. Dat is een cursus die gaat over de basis van het christelijk geloof. Er deed een vrouw mee met die groep die geen christelijke achtergrond had. Maar ze was zo enthousiast! Ik leende haar een Bijbel in Gewone Taal. De volgende avond van de cursus vertelde ze dat ze al halverwege was met lezen! Eén avond ging het over de vraag hoe je Gods leiding kunt ervaren in je leven. Ze deelde een indrukwekkend verhaal met ons, hoe ze als tiener een moeilijke situatie meemaakte, en dat ze als vanzelf op een plek was gekomen waar ze hulp kon krijgen. ‘Als ik daar nu naar terugkijk, kan dat geen toeval zijn geweest’, zei ze.