Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Hoekstra ‘daar wordt Gods Woord waar’

Het woord gebeurt ‘Ja, ik hou wel van een gekheidje!’ Ik zie de lichtjes in z’n ogen, waarbij het met de spie‐ els van de ziel altijd zo is, dat je niet hele‐ maal weet bij wie de flakkering begonnen is. De verpleegkundige had het infuus net ververst en daar kwam de vraag: ‘Je weet toch wat H2O is?’ ‘Ja eh, dat is water…’ Waarom die vraag, hoor ik in de aarzeling terug. ‘Weet je ook wat H2O+i dan is?’ Het knarst daarboven, terwijl de ogen vragend kijken. ‘HOOI!’ klinkt het antwoord. Hij heeft haar op het verkeerde been gezet en het duurt daarom een fractie langer voor de neuronen de logica geordend hebben en de lach verschijnt.

Twee zielen ontmoeten elkaar daar in een gedeelde lach. Het waren twee heel verschillende gesprekken, maar in mijn eigen hoofd vloeiden deze toch samen onder de oude woorden ‘en het Woord geschiedde’. ‘Zie jij de Bijbel als Gods Woord of als een bundel van verhalen?’ Eerder in mijn predikantenbestaan is deze vraag mij wel eens voorgehouden als een strikvraag. Dat is in deze ontmoeting niet het geval. Het is een eerlijke vraag en ik wil er ook eerlijk op antwoorden. Het eerlijke antwoord is voor mij niet een ja of nee. Er is ook een serieuze kans dat het een H2O+i moment wordt. Ik waag het erop: ‘Misschien is het wel allebei, maar voor mij gebeurt het Woord in de ontmoeting.’

Natuurlijk knarst het daarboven en kijken de ogen vragend. Ik heb nog heel wat uit te leggen. In Bijbels‐Talmoedische debatten zien we vaak een hink‐stap‐sprong argumentatie met een uitdagende logica. De schriftgeleerde, of tegenwoordig de rabbijn in het jodendom, is vooral Kenner van de Wet. De Wet van Mozes natuurlijk, al zijn er tegenwoordig heel wat rabbijnen die ook nog eens meester in de rechten zijn. Waarom ‘wetgeleerde’? Om de gelovige te helpen ruimte te krijgen in het woud van wetten. We verzuipen in Nederland in alle regels en wetten, terwijl tegelijk iedere Nederlander geacht wordt de wet te kennen. Dit is zelf geen wet, maar een rechtsbeginsel. ‘Dit beginsel zegt dat een burger zich niet kan beroepen op zijn of haar onkunde of gebrek aan kennis’, aldus C.J.M. Schuyt (1991). Bijbels gezien is dat niet anders binnen Israël.

Vaak staan die Bijbelse wetten op gespannen voet met elkaar. Er is een gebod om de sabbatsheiliging en een gebod om een leven te redden. Ja, in de Bijbel staan meer geboden dan verboden. Maar wat nu als je een leven moet redden op de sabbat?! Ook Messias Jezus wordt hierop bevraagd als hij mensen geneest op de sabbat. De wetsgeleerde helpt de gelovige om te ontsnappen aan de strenge Goddelijke wetten op het mo‐ ment dat er een belangrijkere verantwoordelijkheid roept. Zelfs Gods eeuwige wetten liggen zo dus niet onbeweeglijk vast! In ons échte leven ‘ge‐ beurt het Woord’ van God. ‘Wat heeft de opgestane Heer nu eigenlijk gezegd tegen de Emmaüsgangers?’ Inderdaad, er wordt in het Evangelie verwezen naar de Profeten om te verklaren waarom Jezus moest lijden en sterven. Maar het antwoord staat daar misschien niet echt expliciet. ‘Om onze zonden’, klinkt het gewoonlijk.

Misschien is het in werkelijkheid veel persoonlijker en wordt het - net als bij de reisgenoten op weg naar Emmaus - pas duidelijk in de ontmoeting met de Heer. Niemand van ons is immers gelijk. We hebben allemaal ons eigen rugzakje van het leven. Ieder van ons heeft ook eigen fouten gemaakt en misschien wel erger dan gewoon een fout. Als twee zielen elkaar werkelijk ontmoeten dan gebeurt er iets! Zo is het ook in de ontmoeting met de Heer – dus de ontmoeting met het Woord uit Joh.1:1, die de echo vormen van Genesis 1. ‘Waarom moest Jezus lijden en sterven?’ Misschien is het antwoord voor elk mens wel anders – in de ontmoeting met de Heer. In het Pastoraat hopen we elkaar telkens weer te ontmoeten. Bijzonder is het als dit geen ‘moeten’ meer is, maar een ‘mogen’. Twee zielen ontmoeten elkaar daar dan. Gekheid wordt Bijbels dan gein, vanuit het Jiddisch in onze taal terecht gekomen van het Bijbelse woord voor ‘gunst, lieftalligheid, aantrekkelijkheid’. Daar in de ontmoeting gebeurt het. Daar wordt Gods Woord waar.

Naar het overzicht