Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Hoekstra ‘visie en missie van Gods koninkrijk’

Op zondag, 1 augustus jl., ging ambulant predikant Hoekstra (drs-p-hoekstra-ambulant-predikant-in-de-ringvaartkerk) voor in de Ringvaartkerk in Nieuwerkerk a/d IJssel en sprak over de visie en missie van Gods koninkrijk aan de hand van Exodus 34 de verzen 4 t/m 9 en Mattheüs 28 de verzen 16 t/m 20.

‘Hoe moeten we nu in Gods-naam naar onze kerk kijken?!’  Deze verzuchting – deze hartenkreet horen we regelmatig. Sterker, zulke woorden vallen onszélf misschien uit de mond: ‘Hoe moet ik nu in Gods-naam naar onze kerk kijken?!’ In de Ringvaartkerk staan we met het komende beroepingswerk ook weer voor de nodige vragen. Gemeente, wij denken na over beleid; we formuleren visies en missies.

Een deel van ons ziet hier een uitdaging, terwijl andere gemeenteleden verzuchten: ‘Waar gáát dit in Godsnaam over?!’ Persoonlijk kan ik dat heel goed begrijpen. En tóch is het van het allergrootste belang dat we als gemeente beseffen waar we mee bezig zijn. Ook in de kerk kunnen we niet alles bij het oude laten. Het is heel belangrijk om alles weer eens op een rijtje te zetten. Onderscheiden wat belangrijk is en wat niet. En dan keuzes maken. Weet u dat dit precies is wat het oorspronkelijke Griekse woord voor ‘crisis’ betekent? Crisis is onderscheiden en keuzes maken! Als wij het woord ‘crisis’ horen denken wij vaak aan de paniek! Corona-crisis. Milieucrisis met overstromingen ten gevolge. Paniek omdat we niet een goede keuze gemaakt hebben – omdat we het overzicht, omdat we de controle kwijtgeraakt zijn.

Nee, eigenlijk is crisis een goede – een positieve zaak. Met crisis kún je wat. Crisis is vooral een kans! Dat bedenk ik dus niet, dit is de taal van de oude Griekse filosofen en van de schrijvers van ons Nieuwe Testament! Crisis is de nóodzaak om te kiezen; crisis is de tijd – de mógelijkheid om ándere keuzes te maken. Dit geldt voor ons als kerkelijke gemeenschap; en natuurlijk geldt het ook voor ons persoonlijk. ‘Never waste a good crisis.’

Bij Mozes horen we ook van een fikse crisis. Het is daar behoorlijk uit de hand gelopen, daar in de woestijn tussen Egypte en het beloofde land. Het volk Israël is het vertrouwen kwijtgeraakt in Mozes, in God en eigenlijk in de hele toekomst. Ze zijn letterlijk vastgelopen in het woestijnzand. En soms is het zó zwaar dat mensen écht iets meer van God moeten zien! En dáár gaat hier in de lezing het ‘in Godsnaam’ over.

Het volk heeft écht zijn best gedaan. En ze hebben sporen van God gezien. Was de zee immers niet gespleten? Was het leger van de farao niet ten ondergegaan? Was de wolk hen niet voorgegaan? Maar het is allemaal níet die concréte God die je voor je ogen ziet – een god die je kunt aanraken. En daarom maakten ze een stierkalf. Een teken van kracht – van vruchtbaarheid. Van hun eigen goud maakten ze het. Dat gouden kalf zal hen voorgaan – zichtbaar en tastbaar. Zelfs Gods Tien Woorden breken er op stuk. En de Eeuwige voelt zich nu gedwongen meer van zichzelf prijs te geven. Misschien is het alleen om die Mozes, die zich het vuur uit de sandalen rent om te bemiddelen tussen God en het volk.

Gemeente, vaak is het voor ons genoeg om te weten dat God er is. God is dan geen vraag voor ons. We voelen ons eigenlijk best gezegend. Alles lóopt en zelfs nog wel góed ook. En dan komt de crisis! Twee mogelijkheden – twee! We schieten in de paniek en we zien alleen een tsunami op ons afkomen… Óf we focussen – we proberen te onderscheiden. Wat is er werkelijk aan de hand? Wordt hier iets van mij gevraagd? Moet ik antwoord geven? Moet ik een keuze maken?

Dertien namen geeft God van zichzelf. Als beelden worden die neergezet. Ik hoor daar zelf een compromis in. ‘Als jullie dan tóch voor een beeld moeten bidden, doe het dán maar voor deze beelden.’ De rabbijnen zijn zich dat heel goed bewust. De rabbijnen concluderen: ‘Als het niet in de Thora stond, had het nooit zo verteld mogen worden.’ Het zijn en blijven beelden. Net als bij ons voor de rechtbank Vrouwe Justitia staat – zij heeft daar een blinddoek voor, een weegschaal en een zwaard in haar handen. Behalve een gevoel van recht kan zij ook ángst oproepen. Natuurlijk, het zijn hier in de Bijbel mooie namen voor God, maar elk beeld kent beperkingen en gevaren. God is méér dan zijn afbeeldingen; ik ben als mens ook méér dan mijn beroep. Ik ben méér dan een timmerman, ik ben méér dan een boekhouder of een leraar, ik ben méér dan zélfs ambtsdrager! U toch óók?! En als zelfs wij meer zijn dan wat we doen of zoals we gezien worden – zal God dat dan niet zijn? De Eeuwige is groter dan ik mij ooit kan bedenken. En tóch wil God zich blijkbaar laten kennen. Aan Israël, aan ons, aan ons in de kerk, aan ons in Nieuwerkerk, aan de wereld.

Gemeente van onze Heer. Ons wordt ook vandaag gevraagd ons te bezinnen op de visie en de missie van de Ringvaartkerk  – de visie en de missie van onze kerk. Ja, het is crisis-tijd! Een tijd om te kiezen – een tijd van keuzes maken. Een tijd om ons uit te spreken. En waar we in Gods-naam mee bezig zijn? We hebben zonet 13 Gods-namen gehoord: liefdevol, genadig, geduldig, trouw en waarachtig – u kunt het nalezen.

Gemeente, er is niets  op tegen om onze visie te baseren op deze namen van God: liefdevol, genadig, geduldig, trouw en waarachtig. Als wij ons dáár aan spiegelen, dan komt het wel goed in deze wereld. Dan hebben wij wel wat te vertéllen aan onze medemensen. Onze vísie geeft immers aan waar we voor staan – onze míssie geeft aan waar we voor gaan.

In de Bijbel verwoorden we de visie vandaag uit de eerste lezing. De Evangelie-lezing geeft ons vandaag onze míssie. Dit gedeelte uit Matteüs wordt van ouds ook de zendingsopdracht genoemd. Onze missie dus. Het is het afscheid van de leerlingen van Jezus. Het is de overgang van het Evangelie naar de geboorte van de kerk. In Jezus heeft God zich nóg beter laten kennen, maar dáar moeten we het nu ook weer mee doen. Ook Jezus’ beeld wordt nu onttrokken aan de ogen van zijn leerlingen – aan onze ogen. Maar niet zonder dat Jezus zelf het mission-statement voor de kerk nog formuleert: ‘Ga op weg, maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen – door hen te leren.’ Het is heel letterlijk: ‘Ga’ - onze missie geeft aan waar we voor gaan. We gaan er voor! Waarom? Omdat we geloven dat God liefdevol, genadig, geduldig, trouw en waarachtig is! We geloven dat de wereld er wérkelijk beter van wordt als dit beleefd en geleefd wordt.

En wat gebeurt er? De leerlingen van Jezus gaan alle kanten uit. Jacobus trekt naar Spanje. Pelgrims weten nog altijd zijn graf te vinden in Compostella de Santiago – Sint Jacobus; Filippus trekt naar Egypte en de Kopten en Ethiopisch christenen zijn nog altijd een levend getuigenis van zijn woorden. Thomas – de twijfelaar – zijn naam leeft voort in de Thomas-christenen van India en China. Zo is het Evangelie wereldwijd verspreid. Jezus’ vrienden namen zijn mission-statement letterlijk. Zij gingen – en ze gingen alle kanten uit!

Het is ontegenzeglijk waar dat de wereld waarin wij leven van crisis naar crisis gaat. Er zijn oorlogen, ziekten ‘pestilentiën’ zei men vroeger; mensen staan elkaar naar het leven; economisch staan mensen elkaar ook naar het leven; mensen worden niet gezien en zien het zelf niet meer zitten; of het besef van onze eigen kwetsbaarheid en eindigheid drukt zwaar op ons. Ja, de gemeente van Jezus Christus heeft nog altijd boodschap aan de wereld. En daarom heeft zij een boodschap vóor de wereld. Gemeente van onze Heer - we gaan er voor! Waarom? Omdat we geloven dat God liefdevol, genadig, geduldig, trouw en waarachtig is! We geloven dat de wereld er wérkelijk beter van wordt als dit beleefd en geleefd wordt.

Naar het overzicht