Ds. J.J. ten Brinke 'Onder een geopende hemel'
Ds. J.J. ten Brinke is predikant in de Capelse Nieuwe Westerkerk en hij opende het nieuwe kerkblad van de protestantse gemeente in Capelle a/d IJssel met onderstaande overweging.
De schrijver van de Tweede Petrusbrief grijpt in de verzen die aan de hierboven genoemde tekst voorafgaan terug op een hemelse gebeurtenis, waarvan hij oog- en oorgetuige was: de verheerlijking van Christus op de berg (Mattheus 17:1-8) Een geopend woord De gebeurtenissen op die berg vormen voor de apostel Petrus een krachtige bevestiging van het geschreven woord. Gods stem had geklonken van uit de hemel: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!’ In die stem klinken oudtestamentische woorden door (Ps. 2:7; Jes. 42:1). In Christus wordt het profetische woord vervuld, dat is: ‘tot volkomenheid ge bracht’; ‘vastgemaakt’. De vastheid van het Woord is de grond voor het leven van het geloof. Dat Woord ligt ook nu, terwijl u dit leest, voor u open. Beseft u hoe groot de rijkdom is van het geopende Woord?
Het wijst u de enige weg die naar het leven leidt. Eens zal God oordelen overeenkomstig dit Woord. Een geopend oog Leven bij een geopend Woord, vraagt om geopende ogen. Daartoe roept bovenstaande tekst op. ‘U doet er goed aan daarop acht te slaan...’ Dat ‘acht slaan op’ is méér dan ‘even lezen’. Het is: ‘je bezig houden met’. Het is vooral ook: ‘vasthouden aan’. Acht slaan op het Woord, als op een lamp die schijnt in een duistere plaats. Zo is het Woord van God als een heldere lichtbundel die de Heere Jezus Christus in het volle licht zet. Wie op de tast in het donker gaat lopen, raakt vroeg of laat verwond en verdwaald. Maar wie door het werk van de Heilige Geest z’n ogen richt op het geopende Woord, zal steeds helderder zien hoe de persoon en het werk van de Heere Jezus Christus de enige troostgrond vormen voor het wankelende hart. Het betekent tegelijk wel dat je beducht wordt voor iets anders. Want die lamp van het Woord schijnt ‘in een duistere plaats’. Het woordje ‘duister’ heeft de betekenis van ‘vervuild’. Het wijst op de vervuiling vanwege de zonde. Alles in deze wereld is daarvan doortrokken. Wij zijn onszelf, ons eigen denken en voelen, niet toe vertrouwd. In die vervuilde werkelijkheid schijnt echter de lamp van het Woord. Laat uw gebed mo gen zijn: ‘Heere, open mijn ogen...!’ Een geopende toekomst Er staat in de tekst het woordje ‘totdat’. En dat is vol van belofte. Waar je met geopende ogen leeft bij het geopende Woord, wordt de toekomst geopend. Eens gaat ‘de dag’ beginnen. Er zal geen duisternis (vervuiling) meer zijn.
Daaraan vooraf wil God echter iets anders doen: ‘de morgenster doen opgaan in uw hart’. Christus Zelf is ‘de blinkende Morgenster’ (Openb. 22:16). Wie met ‘geopende ogen’ leeft bij het ‘geopende Woord’ zal gewaar worden dat Christus woning wil maken in het hart. Verwacht u de Heere Jezus tot zaligheid? Dan kunt u dit leven dóór én úit, om straks eeuwig te wandelen in het volle levenslicht. Dan zult u eens uw ogen opslaan, en niemand zien, dan Jezus alleen (Matth. 17:8).