Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Kollenstaart ‘Als geloof uit je handen glipt’

Ds. Marien Kollenstaart, predikant in de Kerk in Nesselande, schreef onderstaande column op de site van zijn gemeente.

Moet je nu blij zijn dat je als christen in Nederland woont of niet? ‘Ja natuurlijk!’ zou je zeggen: nergens en nooit was er zoveel vrede, vrijheid en veiligheid voor gelovigen. Maar dan zou je toch verwachten dat we allemaal enthousiast ons geloof delen met anderen en dat iedereen staat te popelen om naar de kerk, gebeds- of Bijbelkring te gaan? Af en toe zie ik gemeenteleden vol vuur, maar soms ook vol vertwijfeling. Verzuchten ze “Als ik eerlijk ben, weet ik niet meer wat en of ik nog geloof”. Nu kunnen er soms persoonlijke, pastorale redenen waarom het geloof je door de vingers glipt. Toch is er ook een algemene oorzaak: de cultuur en tijd waarin we leven. God is zó niet vanzelfsprekend meer in Nederland, en kerkgang en ontmoeting zo lastig geweest door corona dat je moet oppassen om Hem en elkaar niet uit het oog en het hart te verliezen.

Wat is de koolmonoxide in onze cultuur die we ongemerkt inademen en die ons geloofsvlammetje langzaam kan doen uitdoven? Wat is de sterke onderstroom die ons van de kust van vertrouwen en verlangen weg doet drijven? Ik noem een paar dingen:

- We leven in een welvaartstaat waarin we blijven streven naar meer geluk. We durven het amper toe te geven in de kerk, maar ook wij werken ons suf voor een grotere auto, groter huis, vaker en verder op vakantie, meer spullen. Is het materialisme niet dé god van deze tijd?

- Om onze levensstandaard en vooruitgang te kunnen betalen, moeten we hard werken. Onze schaarse vrije tijd willen we besteden aan leuke hobby’s. Zeker in een jong gezin zit onze agenda zo vol dat we nauwelijks tijd over hebben voor elkaar en voor God.

- We leven in een leukigheidscultuur. Maar geloven gaat niet altijd over gezellige onderwerpen, zoals hoe je moet leven, de ander dienen, goed en kwaad.

- Alles moet ook snel gaan en ons gemak dienen (vandaag nog besteld, vandaag ook in huis). Geloven vergt meer tijd en inspanning van ons – de Bijbel lezen, stil worden, en onbekende gemeenteleden leren kennen en een kerkdienst met soms niet zo’n flitsende preek die veeeeeel langer duurt dan een TikTok-filmpje.

- Als ons lijden overkomt, kunnen we dit niet rijmen met de lieve God waarover we vaak horen in de kerk. Hij is toch goed, waarom overkomt mij dit? Waarom antwoordt Hij niet meteen? Hij wil toch dat ik gelukkig ben? Het kwaad in de wereld en in je eigen leven verwarren je.

- Door de globalisering en de open samenleving ontmoeten we mensen met totaal andere levensbeschouwingen. Die ook nog aardig zijn – aardiger soms nog dan kerkgangers. En net zo overtuigd (of nog meer) van hun gelijk. Daardoor ga je nadenken: heb ik het wel bij het rechte eind?

- Er is een relativering van de waarheid: alle religies komen op hetzelfde neer. Twijfelen lijkt hipper dan dingen stellig weten. Mensen zitten er ook helemaal niet op onze ongevraagde mening te wachten: ‘Prima wat jij gelooft, maar val mij er niet mee lastig!’ Voor je het weet, schaam je je voor je geloof. Dringt de twijfel zich op: klopt dat verhaal van Jezus als universele Redder wel? Natuurlijk geloof je dat voor jezelf, maar moet je zwager die moslim is dat ook horen?

- Er is grenzeloos vertrouwen in de wetenschap. Maar niet in de Bijbel – dat oude sprookjesboek met eindeloos doorvertelde verhalen. Bovendien schuurt wat je leest vaak met Gods liefde en heersende opvattingen over bijvoorbeeld de oorsprong van de wereld en seksualiteit. Wat moet je aan met Gods woord – of is het maar een lastig mensenboek?

- Onze westerse cultuur is heel individualistisch. Je bent eigen baas en moet je eigen leven vormgeven. Vrijheid is mooi, maar eenzaamheid ligt op de loer. Steeds meer ben je de enige die gelooft op school, het werk, de buurt, soms in je gezin. Hoe houdt je je geloof dan warm en levend in je uppie? Zeker als we elkaar in de kerk door corona lang niet hebben gezien?

Al deze invloeden zitten ook in ons, we ontkomen er niet aan. Wat herken je hiervan? En – nog belangrijker – wat is de uitweg? Het goede nieuws is, is dat hoewel culturen komen en gaan, God altijd dezelfde is. De kortste belijdenis van de kerk is revolutionair: Jezus is Heer. Joden spreken Gods Naam uit eerbied niet uit, maar noemen Hem ‘Heer’. Deze Jood Jezus was dus God - een ongehoorde belijdenis. In het Romeinse Rijk had deze belijdenis weer een totaal andere impact, maar minstens zo explosief: alleen de keizer werd ‘Kurios’, Heer, genoemd. Nu zeiden die christenen dat hun Heer daarboven stond. Hoe kan Jezus voor het eerst of opnieuw de Heer van je hart, de Koning van onze cultuur worden? Geef je leven aan Hem, met alles erop en eraan. Laten we Jezus erkennen als onze Belangrijkste, Bron, Baas en Bestemming van onze bestaan. Bid om nieuw enthousiasme en toewijding, zodat we zonder schaamte van Zijn liefde en waarheid getuigen in deze wereld.

Op deze manier wordt het een mooi jaar met God en elkaar.
Reageren? Mail Marien (voorganger@kerkinnesselande.nl)

Naar het overzicht