Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Marien Kollenstaart ‘Beeldbellen’

Voor de coronacrisis had ik weleens geskyped met collega’s uit den lande. Of gefacetimed met mijn vrouw toen ze op reis was. En ik had twee keer gezoomd bij een onlinetraining. Maar beeldbellen is sinds de coronacrisis helemaal niet meer weg te denken. Het is letterlijk beeldbepalend voor onze manier van werken geworden. Zelfs voor een dominee. Dat levert mooie momenten op. Bijvoorbeeld videobellen met een gemeentelid van ver in de negentig vanuit zijn kamer in het verpleeghuis. Persoonlijke gesprekken een op een in de ‘break-out-rooms’ tijdens Bijbelstudies online. Het wekelijkse contact in het voorjaar met Herbert en Anne die vanuit Zuid-Afrika aanschoven bij het digitaal koffiedrinken na de dienst. Fanatieke tieners tijdens een bijbels spel tijdens de (on)Line-up. Én...ik hoef voor een vergadering niet één uur en een kwartier te rijden. De laptop dichtklappen en ik ben thuis –of beter: nog steeds thuis.

Maar het is niet alleen maar prettig. Zo irriteert een aantal huisgenoten zich aan een luid pratende papa die bijna elke avond met zijn laptop de keuken bezet (bij gebrek aan kantoorruimte thuis). Waardoor ze capriolen uit moeten halen om maar niet of juist wél in beeld te komen. Door wankele wifi verworden mensen op schermen tot houterige robots met krakende stemmen en haperende hoofden. Dat laatste is toch wel het grootste nadeel: we worden gereduceerd tot hoofden. Natuurlijk, het is een vooruitgang om elkaar in het gezicht te kunnen kijken door moderne techniek. Maar toch: we zijn meer dan een pratend hoofd in een rechthoek op een bureau. De mens communiceert met heel zijn lijf. Met al onze vezels verlangen we naar contact.

Wij zijn allemaal geschapen naar het beeld van God. Adam en Eva weerkaatsten God in het paradijs, er zat geen ruis op hun lijn. Door de zondeval hebben we last van wankele wifi. Het contact (of contract) met onze Provider, de Voorzienigheid is verbroken. Gods beeld komt niet goed meer door in de schepping. Wij zijn als het ware ook haperende hoofden geworden. Jezus is hét Beeld van God (Colossenzen 1:.15-20). In Hem zien we wie God is zonder storing of hapering. Naar dat Beeld moeten we allemaal veranderen. Dat begint met heel ons lijf 4en wezen contact zoeken met Hem. In die relatie vormt de Geest ons naar het voorbeeld van Jezus (2 Korintiërs 3:18) Hopelijk is beeldbellen ook niet meer weg te denken in ons leven met Hem.

Naar het overzicht