Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Van der Plicht ‘dankbaarheid’

Ds. Van der Plicht is predikant in de Dorpskerk in Moordrecht en sprak op zondag 10 juli jl. over Ruth 1 in zijn gemeente De Stroom.

Het is voor mensen nog niet zo eenvoudig om dankbaar te zijn. In een leven vol verdriet en zorgen is het ook moeilijk om dankbaarheid te zien. Soms moet je daar op gewezen worden, soms moet je het leren zien, soms moet je het ook kunnen zien. Dat was ook zo bij Naomi uit het boek Ruth. We leren haar kennen als een door verdriet gebroken vrouw. Ze leeft ineen tijd van geestelijk verval en geweld. Een gezin trekt weg uit Bethlehem (waar hongersnood is, ook al betekent de naam Bethlehem  ‘broodhuis’). Ze trekken naar een buurland,  Moab, waar ze als vreemdeling verblijven. Na verloop van tijd sterft de vader, Ebimelech. Zij vrouw Naomi blijft achter met twee zonen, die allebei trouwen met Moabitische vrouwen, Orpa en Ruth. Blijkbaar raakten zij daar in dat vreemde, voor Joden heidense land, ingeburgerd. Maar beide huwelijken blijven kinderloos en beide zonen sterven ook in Moab. Niet veel reden tot dankbaarheid. Wel veel reden tot klagen en tot vragen. Ook voor Naomi. Haar lot is bitter. Letterlijk zegt ze: ‘de Heer heeft zich tegen mij gekeerd’.

Het verhaal in het boek Ruth is – zoals veel verhalen in de Bijbel –  een verhaal over het menselijk leven. Een verhaal over geluk en verdriet, van mensen die elkaar nodig hebben. Een verhaal ook waarin God lijkt toe te kijken, zich er niet echt in lijkt te mengen. Zijn het niet herkenbare ervaringen van onszelf? Ervaringen die vragen oproepen: waarom stuurt God ons die ellende? En als we God niet als de oorzaak zien: waarom grijpt Hij dan niet in? Waar is God in al die ellende?

En tòch laat het levensverhaal in het boek Ruth ons vandaag óók zien dat God er is. Dat Hij omgang met ons zoekt, juist in het gewone leven. We zien dat in de worsteling van Naomi. Ze houdt God haar ellende voor, ze stopt die niet weg, ook haar vragen en haar moeite met God niet. Juist daardoor kan ze God vasthouden in haar worsteling met het leven. Is dat niet iets wat ontzettend belangrijk is: God niet loslaten. Zèlfs niet als het voelt of Hij je in het leven wel in de steek laat. We moeten God en hoe Hij werkt niet zomaar aflezen in wat er gebeurt in ons leven, ook niet in de ellende die ons kan overkomen. De Bijbel leert ons juist het tegenovergestelde: het verkondigt ons het evangelie dwars tegen de ervaringen van ellende van het leven in. Het verkondigt ons Gods liefde en Zijn nabijheid. God is niet tegen ons. God is niet spoorloos afwezig. Hij is juist mét ons: Immanuël !

In Moab is Naomi haar man en twee zonen verloren. Dan besluit zij terug te keren naar Bethlehem. Met haar schoondochters. Maar onderweg dringt Naomi er bij hen op aan terug te keren naar Moab, er  van uitgaande dat ze daar gelukkiger zullen zijn. Voor haarzelf een heel offer, want ze zal dan alleen verder moeten. Ze doet haar naam eer aan, Naomi – wat de lieflijke betekent. Ze draagt hen op aan Gods genade en spreekt een zegen over hen uit. 

Beide schoondochters protesteren aanvankelijk. Maar onmogelijke keuzes moeten maken, ook die horen bij het leven èn komen we in de Bijbelverhalen tegen. Orpa keert terug. De andere schoondochter, Ruth, doet het onvanzelfsprekende. Zij wijkt niet van de zijde van haar schoonmoeder. Letterlijk staat er in vers 14: ‘zij kleefde haar aan’. Zij verbind zich met onvoorwaardelijke toewijding aan Naomi. ‘waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen, uw volk is mijn volk, uw God is mijn God’.

De woorden van Ruth zijn een regelrechte geloofsbelijdenis. Ze spreken van grote trouw. Maar ook van dankbaarheid Dankbaarheid voor de liefde die zij van Naomi heeft gekregen. Nu geeft zij die terug. Maar dat is niet zomaar vanzelfsprekend. Het vraagt moed om dankbaar te kunnen zijn. Net als dat het moed vroeg van Naomi om uit dankbaarheid voor de trouw van hen, haar schoondochters terug te sturen. Het vraagt dat je jezelf en je eigen belangen kunt passeren. Het vraagt dat je een toekomst aan durft te gaan waar je geen controle over hebt. Het vraagt je durven overgeven aan God. Vanuit vertrouwen èn hoop. Ruth kon niet zonder Naomi, maar nog belangrijker: zij kon niet zonder de God van Naomi. ‘God is Koning’, de betekenis van de naam Elimelech, waar het verhaal al mee begon. Zijn weduwe, Naomi, is dat gaan merken in haar levensverhaal. Zij heeft leren vertrouwen dat eens het licht van God over je gaat schijnen. En Ruth neemt zij daarin mee. Het is het verhaal van het Evangelie: de gekruisigde Jezus wordt verkondigd, omdat Hij is opgestaan. En weet u wat nu zo mooi is: Jezus , geboren in Bethlehem (weet u de betekenis nog: broodhuis / Jezus = het brood des levens) – deze Jezus stamt uit het geslacht van Koning David. David is de kleinzoon van Obed. En Obed is de zoon van Ruth.

Het verhaal van het boek Ruth gaat over levensverhalen. Het verhaal leert ons dat vertrouwen vroeg of laat - zelfs als je levensverhaal nu nog een verhaal is waarin veel verdriet en lijden - licht over je leven zal doen schijnen, het je levenskracht en levensvreugde kan geven. En dankbaarheid. Want uw God, is mijn God! En zij gingen samen verder, tot in Bethlehem.

 

Naar het overzicht