Ds. Van der Plicht ‘God openbaart zich in de Bijbel’
Ds. Rob van der Plicht is predikant in de Dorpskerk in Moordrecht en hij sprak afgelopen zondag over Nehemia 7:72b t/m 8:12 (NBV21).
De Reformatie heeft enorm veel invloed gehad op het gebruik van de Bijbel. Met name door het benadrukken van het belang dat iedereen de Bijbel moest kunnen lezen in de eigen taal. Het is niet alleen heel belangrijk, maar ook een enorme zegen dat we dus nu allemaal zelf het verhaal uit de Bijbel kunnen lezen.
In Nehemia lezen we over een tijd dat de Bijbel zelfs helemaal niet gelezen of gehoord kon worden. Een groot deel van de Joodse bevolking is vanuit Israël in ballingschap gebracht, naar Babylonië. In de tijd van Ezra en Nehemia is er een Perzische koning, Artaxerxes, aan de macht die toestemming geeft aan een grote groep Judese ballingen om uit de ballingschap in Babylonië terug te keren naar Jeruzalem. De priester Ezra heeft de opdracht gekregen om dat in goede banen te leiden en daarbij mag hij ook het Joodse geloof weer vorm geven. Zo wordt begonnen met de herbouw van de tempel, maar ook met een ander herstel, een innerlijk herstel: de nieuwe introductie van het boek van de wet van Mozes, de Thora.
Het volk zich verzamelt voor de Waterpoort. Maar als Ezra gelezen heeft en het volk aandachtig geluisterd heeft, dan zien we dat de levieten daarna uitleg geven, om zo het verhaal begrijpelijk te maken en ieder inzicht te geven. Want de Bijbel blijft immers een gesloten boek als het niet steeds weer vertaald en uitgelegd wordt. In elke tijd weer opnieuw.
Is de Bijbel dan een boek waarvan de betekenis steeds verandert? Nee, dat niet. Maar de Bijbel is niet alleen een prachtig boek, het is ook best een moeilijk boek. Moeilijk om altijd te begrijpen wat er daadwerkelijk staat, wat er mee wordt bedoeld, wat je er vandaag de dag, in je eigen leven mee mag, moet of kan.
Want de Bijbel blijft een boek dat in een bepaalde tijd en dus in een bepaalde context is ontstaan. En heel veel voorbeelden die in de verhalen worden gegeven passen bij die bepaalde tijd en bij de cultuur van die tijd. Er staan gebruiken en situaties in die voor de mensen daar en toen bekend en gewoon waren, maar die dat voor mensen van later niet meer zijn. Er moet dus letterlijk en figuurlijk steeds weer een vertaalslag worden gemaakt. Daarom vraagt een Bijbels leven niet alleen voortdurend lezen, maar ook een voortdurende uitleg, zoals bijvoorbeeld in de zondagse preek, maar ook in gespreksgroepen of in het lezen van boeken daarover. Zo lezen en bestuderen voorkomt dat je oppervlakkig leest. Dan dringt het niet door en ben je het zo weer vergeten.
En als je dat doet, dan zul je ontdekken dat Bijbellezen niet iets dat achterhaald is, maar dat het prachtig is om te doen, dat het je verrijkt. En dan zul je ontdekken dat de Bijbel bovenal een boek is waarin God zich openbaart, maar dat wij daarin ook onszelf kunnen leren kennen. Want de Bijbel gaat over mensen zoals jijzelf. De Bijbel laat namelijk ook zien hoe wij mensen zijn. Waarin de allergrootsten ook losers zijn. Denk aan Abraham, aan Mozes, aan David, aan Petrus. Mensen van alle tijden die dachten en denken het wel beter te weten dan God …
En wat is het dan prachtig om te lezen, te horen, te ontdekken dat God – ook al laten mensen Hem vallen – Hij er toch voor hen blijft. Dat Hij hen genadig is en hen niet loslaat. Wat is de Bijbel zo een boek vol troost en houvast. Voor de mensen over wie de verhalen gaan èn voor ons. Wij mogen ons door die verhalen laten inspireren. En zo de Bijbel te laten zijn tot een baken en een wegwijzer, die ons helpt om als kind van God door het leven te gaan.