Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Ds. Van Vreeswijk ‘En toch …..’

Ds. D. van Vreeswijk schreef onderstaande overweging over het boek Habakuk in de laatste uitgave van de hervormde gemeente in Zevenhuizen.

Habakuk 3: 17-19. Al zal de vijgenboom niet bloeien, al zal de wijnstok niets voortbrengen, al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen, al zal er geen koren op de akkers staan, al zal er geen schaap meer in de kooien zijn en geen rund meer binnen de omheining– 18 toch zal ik juichen voor de HEER, jubelen voor de God die mij redt. 19 God, de HEER, is mijn kracht, hij maakt mijn voeten snel als hinden, hij laat mij over mijn bergen gaan.

Danken in een tijd van een wereldwijde crisis valt er dan wel wat te danken? De profeet Habakuk ziet de crisis om zich heen steeds groter worden: de Babyloniërs hebben al tal van mensen uit Juda en Jeruzalem weggevoerd. En dan gaat het ook nog eens helemaal mis met de oogst. Niets lukt meer, de fruitbomen staan te verpieteren, de graanoogst mislukt, het vee sterft uit. En Habakuk weet het, op het laatst heb je niets meer om van te leven.

Wij leven in een andere tijd dan Habakuk, maar bij dat woord hebben wij ook onze gedachten en beelden. Een tweede golf in de corona-pandemie. Opnieuw heel veel leed en angst, de IC vol, de collegezalen leeg, bedrijven die voor hun voortbestaan vrezen, inkomensonzekerheid en vul maar aan.

Maar de diepe crisis maakt de profeet niet moedeloos en somber. Al zal de vijgenboom niet bloeien toch zal ik juichen voor de HEER, jubelen voor de God die mij redt. Wat bijzonder is het als je dat kunt zeggen. Kijk, in tijden dat alles meezit, dan is het niet zo moeilijk om over Gods zegen te preken. Maar als je nu eens alles kwijtraakt?

In de Poolse stad Warschau vind je een inscriptie gekerfd in een oude muur. In de 2e WO zat daar ooit een Joodse jongen gevangen. Vele duizenden Joden werden opgepakt en afgevoerd naar de kampen. Deze jongen was één van hen. En hij kerfde in de muur van zijn cel heel diep en helder leesbaar: zijn eigen geloofsbelijdenis. Zijn eigen Habakukje. Er staat dit: Ik geloof in de zon, ook als ze niet schijnt. Ik geloof in de liefde, ook als ik haar niet bespeur. Ik geloof in God, ook als ik hem niet zie.

En toch, nochtans ook in die situatie waarin je het ontzettend moeilijk hebt. Danken tijdens een crisis, ook al zou je alles kwijtraken. Want danken gaat ten diepste niet over dingen, over een voordeel dat je incasseert en waarvoor je dan ook netjes moet bedanken. Nee, danken hoort bij een relatie, omdat iemand uit liefde jou, u een geschenk heeft gegeven. Neem dat vanavond nou mee. Danken hoort bij een relatie, omdat iemand uit liefde jou, u een geschenk heeft gegeven.

En daarom moet je voor danken bij God zijn, want Hij is het die het meest voor ons betekent en die alles voor ons doet en alles voor ons overheeft en die er altijd voor ons er was en is. Dank u wel, HERE God, wat bent u goed voor mij. En hopelijk merkt u, merk jij dat op in de woorden van troost en van zegen die je in de bijbel leest of die je hoort als anderen het tegen je zeggen. Je ervaart steun en hulp van God, soms in de heel kleine dingen, de regenboog aan de hemel op een koude novemberdag, of een telefoontje van iemand die even wil horen hoe het met je is terwijl je er net helemaal doorheen zit. Waardoor je het met Habakuk kunt zeggen en zingen: HEER, U bent zo goed, ik wil U danken voor wie u bent, God die mij redt!

 

Naar het overzicht