Ds. W. de Groot ‘zo wil je niet zijn’
Op zondag 29 september jl. sprak ds. W. de Groot in een bijeenkomst van Zuidlicht in het dorpshuis Swanla Zevenhuizen. Hij sprak over het thema: zo wil je niet zijn aan de hand van de gelijkenis van de tollenaar en de farizeeër uit Lucas 18.
Met wie identificeer je jezelf zo opende hij. Voel je je verwant aan een van beiden? Gek genoeg begint de gelijkenis met het feit dat beiden naar de kerk om te bidden. Ze nemen er de tijd voor en hoe zit dat bij ons? En ja zoals de tollenaar wil je niet zijn. Ze zijn corrupt en heulen met de vijand. Ze persten mensen af en plegen fraude. Zo wil je niet door het leven, zo wil je niet zijn.
Dan de farizeeërs die Jezus altijd dwars zat ook hij bid eerbiedig naar God met opgeheven handen fluistert hij zijn gebed. Niets mis mee zou je zeggen. David deed toch het zelfde in Psalm 26 toen hij zei: ‘doe mij recht Heer want Uw liefde heb ik voor ogen’ David was een man naar Gods hart. De farizeeër doet toch niet anders. En toch kiest Jezus hier partij. Het probleem zit hem in het ene zinnetje van de farizeeër die zegt: dank U Heer dat ik niet ben als die tollenaar. Want niemand kan zonder God en zelfrechtvaardiging paste de farizeeër niet. Eigen schuld dikke bult lijkt farizeeër te bedoelen. Niet beseffende dat de ander God ook nodig heeft. God bepaald en niet de farizeeër of wij.
Wees dus barmhartig en oordeel niet. Met de maat waarmee u meet wordt u zelf gemeten. Willen we zo zijn en herkennen wij het? We willen niet zo zijn maar doen het toch maar Jezus is anders. Hij verplaatst zich in ons en oordeelt niet. Hij wordt niet gehinderd door egoïsme en zelfverrijking. Hij schaamt zich niet voor ons en zegt ons niet: zo wil ik niet zijn. Leer van elkaar, leer van de tollenaar die doorleeft bad wetende dat hij morgen weer zou zondigen. Hij klampte zich vast aan Jezus. Hij zette Jezus op de eerste plaats. Zo wil je wel zijn dus wijd u leven aan Hem. Beiden moesten leren hun ego af te leggen en het van Jezus te verwachten.
Verhef je zelf dus niet maar kijk eerlijk naar je zelf en wees oprecht. Richt je op Hem en bid om de broodnodige genade en geloof. Jezus stelt ons de vraag: wil jij op mij lijken? Zijn zoals ik? En ja dan worden we klein, verheffen wij ons niet meer en gaan we echt op Hem lijken.