Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Gerard van Doodewaard 'wees een ambassadeur van God'

Gerard van Doodewaard schreef het openingswoord van de nieuwsbrief van de Volle evangelie gemeente Het Kruispunt in Nieuwerkerk a/d IJssel en spreekt over het ambassadeurschap.

Spreekt u wel eens met iemand over het evangelie? Op straat, in de trein, in het vliegtuig, op kantoor, op school of in de fabriek? Bent u als christen een geheim agent, die zijn opdracht geheim houdt of bent u een ambassadeur van Christus waarvan zijn opdracht zichtbaar wordt in zijn wandel met Christus en zijn spreken over Christus. Als discipelen van Jezus hebben we een opdracht gekregen. In Lucas 16:15 lezen we:  En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.

Wanneer we met een ander over Christus spreken, moeten we dat niet krampachtig of geforceerd doen. Wanneer we opmerkzaam zijn, zullen we meer en meer gaan merken dat het God is die in een gewoon gesprek een opening maakt. Evangelist br. Jan Zijlstra zat eens in de trein en tegenover hem zat een man die naar buiten aan het kijken was en genoot van het landschap waar ze door heen reden. Ineens richtte hij zich tot br. Jan Zijlstra en zei: ”Meneer, wat rijden we toch door een mooi landschap. Vindt u ook niet?” Br. Jan Zijlstra zei: “Zeker meneer en wat zo mooi is, dit landschap is door Mijn Vader gemaakt.” De man keek hem verbaasd aan en zei: “Wat bedoelt u met door uw vader gemaakt? Dit stelde br. Jan Zijlstra in de gelegenheid om over het evangelie te spreken met de man tegenover hem. God had gezorgd voor een opening. Zo zal God door de Heilige Geest ook voor u een opening maken in een gesprek, maar u moet er wel opmerkzaam op zijn.

Als ambassadeurs van Christus moeten we niet lukraak aan mensen vragen of ze Jezus al kennen.  We moeten ons in ontmoetingen met mensen afstemmen op de Heilige Geest en laten merken dat we over mensen bewogen zijn en echt in hen geïnteresseerd zijn. Schaamte kan ons tegenhouden om over het evangelie te spreken. Het is Paulus die in de brief aan de Romeinen zegt: Want ik schaam mij het evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek. (Romeinen 1:16). Voor spreken over het evangelie met niet-gelovigen is vrijmoedigheid nodig. Paulus wist dat en daarom vroeg hij aan de mensen om te bidden voor vrijmoedigheid voor hem. In Efeze 6:19 lezen we: bidt ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken, 20waarvoor ik een gezant ben in ketenen. Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken.

In de Griekse grondtekst van het NT wordt voor vrijmoedigheid het woord parrèsia gebruikt. Dit betekent letterlijk: alles zeggen; vrij uit spreken; openhartig spreken. Niet in de zin van: brutaal, je nergens iets van aan trekken, overmoedig spreken of dik doen. In het boek Spreuken lezen we: Overmoedigen brengen onrust in de stad, maar wijzen doen de toorn bedaren (Spreuken 29:8). We moeten vrij uit spreken over het evangelie, zonder ons te laten tegenhouden door schaamte, angst voor mensen, dreigementen, intimidatie, machten van duisternis. Om vrijmoedig Gods woord te kunnen spreken moeten we vervuld zijn met de Heilige Geest. Wanneer Petrus en Johannes voor de Joodse Raad moeten komen en bevraagd worden op hun evangelisatiewerk zeggen ze: want wij kunnen niet nalaten te spreken van wat wij gezien en gehoord hebben. (Handelingen 4:20).

Als bescherming heeft God ons ook voor en bij het vertellen van het geheimenis van het evangelie de geestelijke wapenrusting gegeven. We lezen in Efeze 6: de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes Paulus heeft bij het beschrijven van de geestelijke wapenrusting ongetwijfeld het beeld voor ogen gehad van een Romeins soldaat. De voeten van de Romeinse soldaten werden met scheendeksels beschermd om een pijl of slag te weerstaan. Om het evangelie te brengen moeten we ons in beweging zetten. Bereid zijn om te gaan en ons niet te schamen. Geen pijl van schaamte of angst voor mensen mag onze voeten raken.  Bij die bereidvaardigheid zullen onze voeten beschermd zijn of zoals Romeinen 10 vers 15 zegt: En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn? Gelijk geschreven staat: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die een goede boodschap brengen. Onze beschermde voeten die de goede boodschap brengen, zijn liefelijke voeten.

Een nieuw seizoen, nieuwe kansen om de boodschap van het evangelie te verkondigen. Laten we daar in het nieuwe seizoen in uit stappen!

Naar het overzicht