Henco Lopers ‘De mens is bijna Goddelijk’
Afgelopen zondag, 11 augustus, ging Lopers zoals gebruikelijk voor in zijn thuisgemeente De Lichtkring in Nieuwerkerk a/d IJssel en sprak over Psalm 90 de verzen 1 en 8.
In de vakantie verheug ik me altijd op de mooie zomeravonden in midden Europa zo stak hij van wal. Dan snap ik de verwondering van David ‘Heer onze heer hoe machtig is naam’ in wie de verwondering over de schepping wakker werd. David gebruikt twee keer het woord Heer in deze tekst en doelt daarmee op twee betekenissen namelijk de eerste Heer in de tekst is de persoonlijke naam van God (Jahweh) en de tweede Heer is onze Heer als in meester en schepper die betrokken is op ons mensen.
Mensen willen doorgronden en zoeken naar bewijzen en feiten maar komen daar niet uit. De belijdenis van de kerk is dat God zich laat kennen met macht en majesteit. ‘Wat is de sterveling dat U aan hem denk?’ God wil ons kennen en richt Zijn aandacht op eenieder van ons en heeft ons bijna Goddelijk gemaakt. Hij heeft ons toevertrouwd het werk van Zijn handen, hetgeen onze verantwoording is.
Is het onze verdienste dat de natuur groeit en bloeit en het vrede is? Het tegendeel is waar. Plastic verstikt onze zeeën, de ijskappen smelten en de regenwouden verdwijnen in rap tempo. Dat wat ons is toevertrouw daar waar wij de verantwoording dragen gaat het stuk, komen we te kort en blijft het broddelwerk. Maar dan komt gelukkig God weer in beeld in Hebreeën 2 vers 6 t/m 8 ‘U hebt Hem Jezus voor korte tijd onderworpen om velen in Zijn luister te laten delen. Zijn lijden was de verzoening en zijn de christenen weer in hun verantwoording gezet want alles wordt in Hem vernieuwd.