Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Leen Koster ‘Jezus is gekomen’

Leen Koster, voorganger van de Volle Evangelie gemeente Het Kruispunt in Nieuwerkerk a/d IJssel schreef onderstaande overweging voor de nieuwsbrief van zijn gemeente waarin hij uitkijkt naar kerst.

Op 25 december gedenken wij de geboorte van onze Heer, Jezus Christus. Hoewel Zijn geboortedag niet op deze datum is geweest, is het absoluut goed om ook bij Zijn geboorte stil te staan. Dat deden de engelen ook. Hoe onze samenkomst er overigens op eerste kerstdag er precies uit zal gaan zien is nu nog even niet te zeggen. We weten niet of de overheid de regels wat betreft de toegestane aantallen mensen wat zal gaan versoepelen, maar dat zou wel fijn zijn. We wachten het maar af. Het zal in elk in elk geval een ander kerstfeest zijn dan anders, dat is zeker. Maar er komt een einde aan, hoor! Straks kunnen we zeker weer allemaal tegelijk naar Gods huis! Ik verlang daar zeer naar en hopelijk u ook. Laten we onze ogen op onze Here Jezus gericht houden.

Ik las een prachtig waargebeurd verhaal en wil deze graag met u delen. Er was eens een man die het verhaal over Jezus maar onzin vond. Hij was geen nare man.  Nee, hij was een aardige fatsoenlijke man, die goed voor zijn vrouw en kinderen zorgde, en dat zo goed als mogelijk probeerde te doen tegenover zijn medemens. Hij geloofde alleen niet in de incarnatie van Jezus Christus, welke de kerk predikte. Tegen zijn vrouw, die een trouw kerkganger was, zei hij: “Het spijt me echt, maar ik kan gewoon niet geloven dat God een mens moest worden en naar de aarde moest komen. Het slaat gewoon nergens op.”

Op een avond voor Kerst gingen zijn vrouw en kinderen naar de kerk om de kerstnachtdienst bij te wonen. Hij had geen zin om mee te gaan. “Ik zou mezelf maar een hypocriet vinden, ik blijf liever thuis, maar ik zal op jullie wachten.” Kort nadat zijn gezin was weggereden, begon het te sneeuwen. De man liep naar het raam en zag de sneeuwvlokken steeds dikker en zwaarder worden. “Nou ja”, dacht hij, “als we dan toch Kerst moeten vieren, dan kan het maar beter een witte zijn.” Hij liep terug naar zijn stoel en ging de krant lezen. Een paar minuten later werd hij opgeschrikt door een ploffend geluid dat buiten vandaan leek te komen. Het ploffende geluid werd snel opgevolgd door nog een ploffend geluid, en toen weer één. Eventjes dacht hij dat iemand sneeuwballen tegen zijn ramen aan het gooien was. Toen hij de voordeur opendeed om te zien wat er aan de hand was, zag hij een zwerm vogels in zijn voortuin. Ze waren gestrand door het winterweer, en in hun wanhopige zoektocht naar een schuilplaats waren ze tegen zijn raam aangevlogen. “Ik kan ze toch hier ook niet zo laten doodvriezen,” dacht hij. “Maar, hoe kan ik ze helpen?” Plotseling dacht hij aan de schuur, waar ook de pony van de kinderen vertoefde. Het was er in ieder geval warm en droog. Snel ging hij naar binnen om zijn jas te halen en baande zich een weg door de sneeuw, naar de schuur. Daar deed hij de deuren wijd open en ontstak het licht. Maar de vogels kwamen niet.

Misschien kan ik ze lokken met wat eten, dacht hij. Dus haastte hij zich weer naar het huis, om weer terug te komen met een zak oud brood, waarvan hij een spoor van kruimels strooide vanaf de voortuin tot de schuur. Maar de vogels negeerden de kruimels, terwijl ze rond bleven ploeteren in de sneeuw.

Hij probeerde ze in de schuur te krijgen door om hen heen te lopen en “shhh, shhh”...te roepen. De vogels vlogen alle kanten op, behalve naar de warmte. De man mompelde: “Ze vinden me natuurlijk maar eng en raar. Kon ik maar een manier bedenken om ze te laten weten dat ze me kunnen vertrouwen. Als ik nu zelf eens een tijdje een vogel kon worden, dan zou ik hen in veiligheid kunnen brengen.” Op datzelfde moment hoorde hij de kerkklokken luiden. Hij stond even stil om te luisteren naar de aankondiging van het Kerstfeest. Toen werd zijn hart geraakt. Hij viel op zijn knieën in de sneeuw, vouwde zijn handen en zei: “Nu begrijp ik waarom U het moest doen.”

Lieve broeders en zusters, Jezus is gekomen! De profeten van het Oude Testament profeteerde dit al lang voor Zijn geboorte. Toen het zover was, waren het o.a. de herders die er acht op gaven, terwijl het merendeel van het volk sliep. Vandaag aan de dag is dat nog steeds het geval. De Redder is gekomen, de Verlosser, we vertellen het, maar het merendeel van het volk sluit de ogen. God houdt van iedereen en wil niet dat er iemand verloren gaat. Daarom zond Hij Zijn Enig geboren Zoon zodat wij gered konden worden.

Lukas 2:11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. Zijn geboorte, daar begon het mee. Daardoor kon de mensheid opnieuw geboren worden! Wat een feest! Ik wens iedereen een gezegend kerstfeest toe.

Naar het overzicht